Het geplande ecoduct over de Biltse Rading lijkt op losse schroeven te staan. Een veilige bovengrondse verbinding voor reeën en andere dieren zou wel eens op gespannen voet kunnen staan met de plannen om de Nieuwe Hollandse Waterlinie voor te dragen als Unesco Werelderfgoed.
Dat blijkt uit de beantwoording van schriftelijke vragen van de fractie van GroenLinks in de Utrechtse gemeenteraad. Aanleiding voor de vragen was de motie die eind januari werd aangenomen door de Biltse gemeenteraad en waarin bij provincie en stad Utrecht werd aangedrongen op het nakomen van de in 2014 gemaakte afspraken. De verschillende overheden spraken toen af om te zorgen voor een veilige verbinding voor dieren tussen het Kromme Rijngebied en het Noorderpark. Daartoe zou een ecotunnel worden aangelegd onder de Utrechtseweg en een ecoduct over de Biltse Rading.
Dat de plannen sindsdien stagneren, komt volgens het Utrechtse College van BenW doordat de gemeente vanwege de nabijheid van verschillende forten moest onderzoeken op de gevolgen voor de Unesco-aanvraag door middel van een zogenaamd Heritage Impact Assessment. Dat onderzoek wordt binnenkort afgerond en dan zal blijken of er niet alsnog moet worden gekozen voor het verdiept aanleggen van de faunapassage en ook wat daarvan de financiële gevolgen zullen zijn.
Voor raadslid Henk Zandvliet staat vast dat de faunapassage er hoe dan ook moet komen: “Als dat meer geld moet kosten vanwege de plaatsing van de Hollandse Waterlinie op de Werelderfgoedlijst, dan moet Utrecht maar bij het Rijk aankloppen voor een extra bijdrage. Ik vraag me trouwens af of er ook zo’n Heritage Impact Assessment heeft plaatsgevonden met het oog op de verbreding van de A27.“
Vanwege het onderzoek en de nog te verrichten voorbereidingswerkzaamheden verwachten BenW van Utrecht dat de start van de uitvoering op z’n vroegst eind 2017 kan beginnen en dat het project in dat geval een jaar later wordt voltooid. De dieren moeten dus nog even geduld hebben.