Maandagavond 12 mei vond in de Mathildezaal van het gemeentehuis een goed bezocht debat plaats tussen vertegenwoordigers van zeven politieke partijen. Zij gaven ieder hun visie op Europa, debatteerden met elkaar over stellingen en reageerden op vragen uit de zaal. De leiding van het debat was in handen van burgemeester Arjen Gerritsen. GroenLinks werd vertegenwoordigd door Jeroni Vergeer, met haar 25 jaar de jongste van de kandidaten voor de verkiezingen van 22 mei.
Gevraagd naar Jeroni’s motivatie, zegt zij: “Voor veel mensen staat de Europese politiek ver weg. Ondanks dat het huidige Europa nog niet het Europa is wat GroenLinks voor ogen heeft, wil ik graag een positief geluid uitdragen over Europa. Door Europese samenwerking hebben we al veel kunnen bereiken, maar deze samenwerking zal nog harder nodig zijn wanneer het gaat over het oplossen van de huidige economische en ecologische crisis.”
Jeroni heeft drie speerpunten en de eerste daarvan is solidariteit: “Het klinkt misschien een beetje oubollig, maar voor een succesvolle Europese Unie is het onmisbaar. Solidariteit tussen EU-burgers uit alle landen, solidariteit tussen generaties en solidariteit met de toekomstige bewoners van ons continent.”
Een tweede belangrijk punt vindt zij gelijke rechten en eerlijke kansen: “Op dit moment zijn er nog grote verschillen tussen de lidstaten als het gaat over basisvoorzieningen. De EU zou hiervoor minimumeisen moeten stellen, zoals betaalbaar onderwijs en een minimumloon. Er blijft binnen de landen ruimte voor diversiteit – nationale, regionale of lokale politici kunnen invulling geven aan het beleid, maar de EU zorgt dat alle burgers eerlijke kansen hebben in Europa.”
En als derde speerpunt noemt Jeroni diversiteit: “De EU moet zich inzetten tegen discriminatie van alle soorten en maten. Juist door de grote diversteit kan de EU het goede voorbeeld geven en zich tegen deze vooroordelen verzetten. Diversiteit is juist een kracht is en moet er voor zorgen dat individuen zich ontwikkelen zoals zij dat willen. En welke keuze dan ook gemaakt wordt, dit mag op geen enkele manier zorgen voor ongelijke behandeling op de arbeidsmarkt, in het onderwijs of op de woningmarkt.”