Audrey sprak in haar betoog: “Het is aannemelijk dat De Bilt (net als zoals uit onderzoek bleek over onze buurgemeente Utrecht), veel nauwer verbonden was met de koloniale handel en slavernij dan we tot nu toe altijd gedacht hebben. En veel meer heeft geprofiteerd van de opbrengsten daarvan."

Uit een korte zoektocht via Google ontdekte ik al dat bijvoorbeeld de landgoederen Voordaan, Oostbroek en Beukenbroek eigendom waren van mensen die ook slaven in hun bezit hadden. De eigenaren van landgoed Beukenbroek waren bijvoorbeeld mede-eigenaars van de Surinaamse plantage Toutluifaut. Een plantage waar honderden - en mogelijk wel duizenden -  slaven zich letterlijk dood hebben gewerkt.”

Uit onderzoek van de gemeente Utrecht bleek dat verschillende lagen van de Utrechtse bevolking hebben aangezet tot, geïnvesteerd in en geld verdiend hebben aan slavernij in Amerika, Afrika en Azië. Audrey: “Het lijkt me dan ook niet vergezocht dat dat ook geldt voor verschillende lagen van de bevolking in wat nu de gemeente De Bilt is. We zijn immers niet pas sinds vandaag de achtertuin van Utrecht, maar waren dat in de tijd van de slavernij ook.”

In de aangenomen motie riepen GroenLinks, SP, PvdA en D66 het Biltse college op om niet alleen met een plan te komen voor een herdenking van de afschaffing van de slavernij in de gemeente De Bilt. Maar ook om zich in te zetten voor meer kennis over het Biltse slavernijverleden. En om ook excuses aan te bieden voor de slavernij.

“Ook vandaag nog werken de patronen en denkbeelden die in de tijd van de slavernij gewoon waren, door in het leven van mensen nu. Het is belangrijk om niet alleen terug te kijken, maar vooral ook vooruit te kijken. En dat doen we door erkenning van het leed dat slavernij heeft voortgebracht. Maar ook door bewustwording via het onderwijs. En vooral door samen de verbinding te zoeken, zodat we die onbewuste patronen doorbreken."

Ook het college deelde het standpunt van GroenLinks dat het belangrijk is dat we op gepaste wijze stilstaan bij de afschaffing van de slavernij. Ook op lokaal niveau. Verantwoordelijk wethouder Krischan Hagedoorn (PvdA): “Het is belangrijk om naast de gouden bladzijde, ook de zwarte bladzijde te blijven benoemen.” Hij benadrukte dat het college had geleerd van de rommelige aanloop naar de excuses die op 19 december 2022 door premier Rutte zijn uitgesproken. En daar vooral uit had begrepen dat het belangrijk is de betrokkenen te betrekken. Hij ging dan ook nog een stap verder dan wat in de motie gevraagd werd. Hij zegde - namens het college - toe dat hij ook de belangengroeperingen die zich met het slavernijverleden bezighouden wil betrekken. Naast de betrokken partijen die al in de motie zijn genoemd. “Het past goed in de verbindende en faciliterende rol van een gemeente om dit op zich te nemen . En het college zegt GroenLinks dan ook graag toe om met een plan te komen om op 1 juli 2023 op gepaste wijze het slavernijverleden te herdenken en excuses te maken.”