Op 1e Paasdag trof een wandelend gezin de eekhoorns aan in een gekapte boomstam. Twee eekhoorntjes waren al overleden, de andere twee overleden kort daarna op weg naar de Eekhoornopvang. Inmiddels is het broedseizoen begonnen en zou er in principe geen bomen meer gekapt mogen worden. Volgens de gemeente De Bilt was dit echter om veiligheidsredenen noodzakelijk, maar is er wel zorgvuldig gecontroleerd of er in de stam nesten zaten van vogels of eekhoorns. In dit geval zou het nest over het hoofd zijn gezien, omdat er sprake zou zijn van een tweede holte.
Anne Marie ’t Hart is geschokt: „Elke boom telt en als er dan toch gekapt wordt, mogen dit soort dingen niet voorkomen. Het groenonderhoud geschiedt in mijn ogen veel te rigoureus en de gemeente moet dan ook lering trekken uit dit incident en op basis daarvan de planningscyclus en de zorgvuldigheid van de uitvoering verbeteren.” Zij stelde om die reden dan ook een reeks van schriftelijke vragen aan het college van BenW. Zo wil zij onder meer weten hoe de controle precies heeft plaatsgevonden en of daar de bomendeskundige van de gemeente bij betrokken is geweest. Of was de controleur degene die tevens verantwoordelijk was voor het kappen van de betreffende bomen? En is de inspectie dan wel deugdelijk uitgevoerd?
Het raadslid wil ook weten hoe noodzakelijk de kap van 97 bomen langs de Kees Boekelaan eigenlijk was en of dit niet had kunnen wachten tot ná het broedseizoen. Dezelfde vraag geldt voor ‘noodkap’ vanwege de zogenaamde letterzetter, een kevertje dat verantwoordelijk is voor veel boomsterfte in ons land. Ook pleit zij ervoor om de opbrengst van de bomenkap te doneren aan een organisatie voor dierenwelzijn.